Het blijkt een beetje verlopen camping te zijn met nogal erg kleine en te zonnige plekken. Na enig rondrijden helpt een parkbeheerder ons aan een prima plekje een stuk verderop. We zetten eerst maar één tentje op, want we hebben nog een plekje aan de overkant op het oog. Jas en Lot mogen nog een stukje in de auto rijden over het kampeerterrein en vinden dit helmaal geweldig.
Dan door naar het vistors centre om twee tourtjes te boeken voor morgen. We willen rotswoningen van de Pueblo-indianen bekijken en de twee belangrijkste, Cliff Palace en Balcony House, zijn alleen onder begeleiding van een gids te bezichtigen.
De camping heeft nogal achterstallig onderhoud. Het lijkt wel of het dertig jaar geleden helemaal tip-top was, maar dat het daarna niet meer goed is bijgehouden.
De kids maken een hele mooie hut in het bos. Geïnspireerd door de pitwoning van de indianen. 's Nachts onweert het en waait het ontzettend hard, onze tent schudt heen en weer maar houdt het verder prima.
26 juli - Mesa Verde:
Uiteindelijk zetten we vandaag het tweede tentje ook op, onze plaats bevalt toch goed. De kinderen vermaken zich prima in het bos en we zitten wel lekker even bij de tent.
We zitten hier op weer ruim 6000 feet. Dus meer dan 2000 meter hoog en dat merk je aan je slechte conditie. Als je even een wandeling maakt of een beetje klimt dan hijg je gelijk als een paard. En dan is het nog aardig heet, dus veel water drinken.
Aan het einde van de morgen en het begin van de middag hebben we de twee rondleidingen door de rotswoningen. De eerste met Wessel, maar de tweede was minder geschikt voor hem, dus dan blijft Axel met hem achter.
Het is een leuke tour naar Cliff Palace. Eerst een flinke afdaling nar beneden en dan de rotswoningen in. Deze zijn zo'n 1000 jaar geleden verlaten door de indianen, waarschijnlijk omdat er te weinig water en voedsel te vinden was.
In de rots zijn hele appartementen uitgehakt waar verschillende families hebben geleefd. Erg mooi om te zien. Grappig is dat ze een soort kleine ramen als deuren gebruiken. We vroegen ons al af hoe ze erin en eruit kwamen. 's Middags bezoek ik met de kids Balcony house. Ook dit is indrukwekkend. Wat het helemaal leuk maakt is dat we via lange ladders aan de muur moeten klimmen en door een smalle kloof tussen twee rotsen door.
We willen 's avonds lekker eten koken als er een enorm noodweer losbarst. Eerst schuilen we even onder een boom. Dan begint het echt te stortregenen/hagelen met hagelstenen zo groot als knikkers en ontzettend te onweren. Snel rennen we met z'n allen naar de auto om droog te zitten.
Eten koken wordt niets meer dus gaan we naar Cortez, stadje in de buurt. Op weg naar beneden de berg af, uit het park zien we dat er grote rotsblokken, met een doorsnede van ruim een meter, van de berg zijn gestuiterd. Ook wordt de weg halverwege overspoeld door het water en daar gaan we met een grote bocht omheen.
We eten heerlijk bij de pizzahut.
Als we terug in het park komen mogen we niet zo door rijden. We moeten wachten op de parkranger en in achter elkaar naar boven rijden omdat de helft van de weg onbegaanbaar is.
27 juli – Mesa Verde:
's Morgensvroeg als ik naar het toiletgebouw wandel geniet ik van de koele, blauwe lucht en de stilte om me heen. Het is hier echt enorm mooi. Na het ontbijt pakken we onze douchespullen en rijden naar de douches, die zijn bij de ingang waar ook de winkel is. Er is ook een tankstation, maar dat is inmiddels gesloten. Alles doet nogal jaren '60 aan; wel leuk eigenlijk. Op de damestoilet hangt bijvoorbeeld een soort metalen uitklapplankje voor je tasje.
We gaan vandaag naar Durango, een stadje 60 kilometer verderop. Als we aankomen gaan we eerst ergens een plekje zoeken om wat te eten. Dat doen we bij Sonic Drive Inn, een drive-in ijsverkoper. Heel grappig, je bestelt ijs vanuit je auto, of zoals wij vanaf een bankje, en dan wordt het door iemand gebracht. Daarna wandelen en winkelen we door de Mainstreet. Het is een heel mooi stadje met prachtige houten huizen. We kopen een stapel boeken voor Jasper en Lot en voor Jasper een korte broek.
Wessel heeft op de camping een Frans vriendje, Tibbeaux en hij wordt 's avonds uitgenodigd om bij de familie te komen barbecuen. Is wel leuk, ze verstaan elkaar niet echt, maar spelen leuk samen. Wij maken een stapel tosties als avondeten en dan gaat Ak met Jasper en Lot een eind wandelen.
Wessel wil graag bij de tent blijven, omdat hij voor het eten is uitgenodigd, dus ik maak van de gelegenheid gebruik om mijn dagboek wat bij te werken. Het jongetje komt mij vragen of iemand hem wil uitleggen hoe de hut is gemaakt. Ik snap eerst helemaal niet wat hij bedoelt, het is nogal een moeizaam gesprek in het Frans, maar dan snap ik het en gaat hij tevreden hun camper. Als de rest terugkomt van de wandeling zijn ze enthousiast; ze hebben een slang gezien, lekker geklommen en een mooi uitzicht gehad.