Smithers / Telkwa (Tyhee Lake) 9, 10 en 11 juni
’s Morgens (nog in Medicin Junction) staan we vroeg op en breken snel de tent af. We willen eerst een eindje op weg zijn en stoppen dan voor een ontbijt in een wegrestaurant annex tankstation. Als je richting Alaska gaat dan moet je hier tanken, want de eerste tijd kom je niets meer tegen.
We scheuren door Hazelton, daar willen we later nog eens kijken, maar nu zijn we naarstig op zoek naar een internetverbinding. In Smithers op de parkeerplaats van de Safeway (onze favoriete supermarkt) stoppen we, want zij hebben een gratis wireless internetverbinding voor hun klanten. Tot Axel’s opluchting nog net allemaal op tijd. We krijgen warempel een beeldverbinding via een of andere Engelse website. Allemaal op de achterbank, geluid via de boxen en de laptop tussen de naar voren geschoven stoelen. Ha, en Nederland wint met 3-0 van Italië. Ik krijg er eigenlijk maar weinig van mee, want Wessel vindt het wel goed met het voetbal en dus gaan we maar even wat winkelen en boodschappen doen.
Na de wedstrijd door naar Telkwa, een dorp ongeveer 16 kilometer verderop. Daar kamperen we in een provinciaal park. Weer een mooie camping met royale plaatsen, kampvuurtje, speeltuintje en een heel groot meer. We hebben zelfs doortrek wc’s, wat een luxe! Op veel van die parkcampings heb je toiletten die niet kunnen doortrekken, maar alles valt in een gat in de grond. Wel hebben we hier erg veel muggen en de bomen in dit bos zijn lang niet zo mooi als in Lakelse lake.
’s Avonds na het eten nog even na Smithers gereden en in het stadje rondgekeken. Rare stadjes zijn het hier; soort snelweg waarlangs een winkelcentrum en een bedrijventerrein is gevestigd. Maar Smithers is nog best wel leuk. ’s Nachts horen we het geluid van de lange goederentreinen die hier rijden, gerommel en een hele harde soort fluit of toeter. Het slaapt wel lekker eigenlijk.
10 juni Telkwa/ Smithers:
Lekker langzame start van de dag. Pannenkoeken als ontbijt, even met Wessel in het speeltuintje, daarna lekker kopje koffie en de kids warme chocomelk. We gaan vandaag weer terug richting Hazelton. Vanwege het voetbal zijn we er gisteren langs gescheurd , maar we willen naar K’ San, een oud indianendorp en naar Old Hazelton, een oud westernstadje.
Het indianendorp bestaat uit een stuk of zeven grote houten gebouwen met veel totempalen. Elke clan had een eigen houten huis waarin ze ’s winters verbleven. Ze hadden een dier als symbool, zoals een wolf, een beer, een kikker of een adelaar. Die dieren zie je ook terug in het houtsnijwerk in de totempalen. Er is ook een klein museum dat een mooi overzicht geeft van het leven van de indianen hier.
Daarna duiken we het souvenirwinkeltje in en kopen de kids een ketting van beer (Jasper en Wessel) en wolf (Charlotte).
Dichtbij het dorp stroomt een riviertje. IJskoud water, maar niet te koud voor Jasper en Charlotte. Die waden er door naar een eilandje in het midden. Ze hebben de grootste schik en na deze pauze gaan we door naar Hazelton. Een ouderwets cowboydorp met prachtige houten huizen met veranda’s ervoor. Het is heel sfeervol, maar het is ook heel warm. We sjokken een beetje vermoeid door het dorp, dat (gelukkig) uit maar drie straten met wat winkeltjes en cafeetjes bestaat.
We drinken wat bij een superleuk café dat vroeger een tradingpost of postkantoor was geweest. Het blijkt van een Nederlands gezin te zijn en met de eigenaresse maken we een gezellig praatje. Ze zijn hier 9 weken geleden begonnen. We hebben een hele mooie terugtocht.
Cruisecontrole aan, radio aan en lekker van het uitzicht genieten.
Het is prachtig weer en we besluiten de volgende dag te gaan zwemmen bij het meertje.